‘Wij maken gebouwen die bijdragen
aan het geluk van mensen’
Een interview met Cees Brandjes voor het tijdschrift VG Visie
‘De weg naar beter, openhouden.’ Dat streven loopt als een rode draad door het leven van Cees Brandjes. Door zijn dyslexie (een begrip dat toentertijd nog niet bekend was) ging hij aanvankelijk naar de lts, maar dankzij zijn voortdurende streven naar beter studeerde hij uiteindelijk cum laude af aan de TU Delft. Diezelfde strategie past hij ook toe in zijn werk. Goed analyseren wat de bewuste ensen en onbewuste behoeften zijn, is daarbij een belangrijke sleutel. Architectonische ambitie gaat voor hem nauw samen met een grote betrokkenheid bij mensen. ‘Uiteindelijk werken we voor de eindgebruiker. Het ontwikkeltraject is intensief, maar duurt slechts kort ten opzichte van de gebruiksduur van een gebouw. Die lange exploitatiefase is leidend bij onze ontwerpbeslissingen. Daarbij moet je altijd voorzichtig zijn met het nemen van beslissingen die een beter of ander gebruik in de toekomst blokkeren’, is zijn overtuiging. Die sterke focus om de gebruikers gelukkig te maken, vormt de kracht en het onderscheidend vermogen van het bureau. ‘Daarmee maken we het onszelf niet makkelijk, maar het levert wel tevreden klanten op, en onze ontwerpen worden niet aangetast door onverhoopt gebruik.’
Waar staat Klous+Brandjes Architecten voor?
‘Wij staan voor aangename gebouwen voor gebruikers met een onopvallende, maar stevige bijdrage aan de kwaliteit van de openbare ruimte. We ontwerpen niet voor de tijdgebonden architectuurdiscussie in de tijdschriften, maar streven naar universeel bruikbare ruimtes, waarin de mensen die erin wonen of werken zich prettig voelen. De directe omgeving dient als architectonische
inspiratiebron. Daarbij is het belangrijk dat het gebouw zich goed verhoudt tot die omgeving. Dat lijkt een bescheiden ambitie, maar het is zeker niet gemakzuchtig. Een gedegen analyse van de directe Omgeving leidt juist tot originele concepten. Zo hebben we bijvoorbeeld een “bomengevel” ontworpen en een “diamant” in een historische setting.’
Wat maakt eigenlijk dat een gebouw prettig aanvoelt? ‘
In het menselijk brein zijn nog oude systemen actief uit ons oerbestaan: het “dierlijke brein”. Dit veroorzaakt onbewuste gevoelens bij het ervaren van de omgeving. Dit dierlijke brein is het oudste systeem in ons brein waar onder andere emoties worden gevormd, zoals gevoel van veiligheid. Onze ontwerpmethodiek is daarop gebaseerd. Zaken als overzicht en alternatieve routes met de juiste lichtinval dragen bij aan dat veilige gevoel. Daarnaast proberen we ook de zintuigelijke aspecten van een gebouw te bedienen. Akoestiek, geur, temperatuurverschillen, variaties in licht en uitzicht bepalen de conditie waarin je een gebouw ervaart. Maar ook: uitzicht op straat of de galerij vanuit de woning met behoud van privacy, via een doordacht raam dat toegang geeft tot een zitplek vanuit de keuken. Het blijkt bepalend voor zowel woonplezier als een aangenaam straatbeeld.’
Bij welke projecten komt jullie ontwerpmethodiek het best uit de verf? ‘
Wij passen de methodiek toe bij projectmatige woningbouw, maar zij is maximaal effectief in de zorgcontext. Voor mensen die weinig mobiel zijn is een fijne woonomgeving met een goed uitzicht extra belangrijk.