‘Architectonische bosrand in de tuin van Springer’
De zorglocatie Spaar en Hout had behoefte aan een kleinschalige woonvoorziening
De zorglocatie Spaar en Hout had behoefte aan een kleinschalige woonvoorziening voor bewoners met een PG-indicatie. Aanvullende nieuwbouw in de monumentale tuin stuitte aanvankelijk op weerstand bij de bevoegde instanties. Met het ontwerp van een ‘architectonische bosrand’ oogstten wij draagvlak en uiteindelijk veel waardering.
DE GESCHIEDENIS VAN SPAAR EN HOUT IN HAARLEM
In 1631 verkocht Johan Cornelisz Geelvinck aan Zacharias Hooftman een tuintje genaamd Hennipthuyn en een perceel tuinland aan het Spaarne. Dit was het begin van de buitenplaats Spaer en Hout. Op die grond bouwde men in 1641 het eerste landhuis. Nog voor 1700 kwam een nieuw huis te staan met een koepelvormige uitbouw direct aan het Spaarne. In 1701 koopt Guillelmo Pels de buitenplaats en breidt deze uit met de aankoop van het aangrenzende buiten Middelhout. Na hem koopt de Amsterdamse doopsgezinde zijdehandelaar David Mattheus de Neufville de buitenplaats (1720). Dan wordt de naam Spaar en Hout voor het eerst genoemd.
Spaar en Hout wordt in 1927 gekocht door een doopsgezinde stichting. Het landhuis wordt gesloopt en vervangen door het huidige complex.
EEN UNIEK ONTWERP
Toen een rusthuis, nu is er in het hoofdgebouw een verzorgingshuis gevestigd voor bewoners met zorgindicatie 4 of 6 (zonder dementie). Prachtig gelegen tussen de Kleine Houtweg en het Spaarne, in een groot historisch park. Het park is voortgekomen uit een 17e eeuwse buitenplaats. In 1930 is het heringericht door landschapsarchitect Springer. Er staan oude bomen en een 18e eeuws theehuis. Het huis en het park zijn Rijksmonumenten.
Sinds februari 2009 beschikt deze zorglocatie ook over de woningvoorziening ‘Tussen Hout’, een gesloten kleinschalige woonsetting met drie groepswoningen voor 24 bewoners met dementie.
De 3 gestapelde groepswoningen voor ieder 8 bewoners, hebben op iedere verdieping 2 huiskamers met in het midden een centrale ruimte met openslaande balkondeuren. Een kastenwand met bamboe afwerking en doorkijken, vormt de ruimtelijke scheiding tussen de gemeenschappelijke ruimten en gangen naar de privékamers. De kleurstelling van de gebruikte materialen voor het interieur prikkelen de zintuigen en beogen een huiselijke sfeer voor de kwetsbare ouderen.
De bijzondere architectuur van de gesloten afdeling Tussen Hout valt op, maar voegt zich ook op een harmonieuze wijze in het park. Schuin lopende lamellen van cederhout met daarachter in de diepte grote ramen maken het gebouw open en uitnodigend en geven het gebouw het uiterlijk van een bosrand. De geplooide gevel is het gevolg van zorgvuldige studie naar zichtlijnen, posities van bestaande bomen en reflecties en schaduwwerkingen op de glasvlakken. Achter de lamellen van cederhout hebben de bewoners met een PG indicatie weldadig uitzicht over het park.
HET TUINONTWERP ALS INSPIRATIE
De huidige tuin is een ontwerp van L.A. Springer en is aangelegd in de periode 1929-1930. De tuin wordt gekenmerkt door tuinornamenten, rustige lanenpatronen en vele stinzeplanten. De zeventiende-eeuwse middenas in de tuin is gehandhaafd. Twee lanen maken een flauwe bocht, waardoor een ovaalvormig pad ontstaat en de hoofdas kruist op de kop en de staart. Rechts is een pad aangelegd dat kronkelend door de tuin loopt, en langs de moestuin komt. Tussen de paden en grasvelden zijn oude tuinornamenten en boomgroepen uit eerdere tuinontwerpen behouden.